Tristes Tropiques: Illustrations hors texte

Lilian Bense – Kunsthuis SYB

2010

Laurence Aëgerter (Marseille, 1972) en Ronald van Tienhoven (Den Haag,1956) nodigde in het kader van hun Art in Residency- project de inwoners van Beetsterzwaag en omstreken uit om mee te doen aan hun project Tristes Tropiques: Illustrations hors texte. Een directe ‘re-enactment’ van de beelden uit een publicatie van Claude Lévi-Strauss uit 1955.

Eigenlijk was hij ook een soort ‘artist in residence’ toen hij zich maandenlang onderdom-pelde in het maatschappelijke leven van drie indianenstammen in het Amazonegebied. De Franse cultureel antropoloog Claude Lévi-Strauss (Brussel, 1908 – Parijs, 2009) vertrok in 1935 naar Brazilië om filosofie te doceren aan de universiteit van São Paulo. In zijn vrije tijd begaf hij zich tussen de indianen. Om zich als vreemdeling in te leven in het gedrag van deze etnische volkeren en zodoende te bestuderen wat het westerse idee van ‘ik’ en ‘de ander’ nou eigenlijk precies inhoudt. Aan de hand van zijn ervaringen kwam hij tot de conclusie dat er helemaal niet zoiets bestaat als een ‘primitieve’ cultuur.

Van zijn bevindingen deed hij verslag in het boek ‘Tristes Tropiques’, oftewel ‘Het trieste der tropen’, dat verscheen in 1955. Bovendien maakte hij tijdens zijn verblijf een indrukwekkend intieme fotoreportage van de verschillende stammen. Deze foto’s zijn terug te vinden in het laatste hoofdstuk van het essay. ‘Illustrations hors texte’ bestaat uit 63 zwart-wit foto’s en een genummerde index met beknopte beschrijvingen.

Zestig jaar later zijn de bedenkingen van Lévi-Strauss nog steeds even relevant. Het westers georiënteerde denken staat inmiddels immers behoorlijk op de tocht. In het verlengde van zijn reflecties leveren de huidige kunstenaars in residence Laurence Aëgerter (Marseille, 1972) en Ronald van Tienhoven (Den Haag,1956) door middel van hun gelijknamige project en publicatie ‘Tristes Tropiques: Illustrations hors texte’ hun bijdrage aan deze discussie. Alle illustraties uit het boek hebben ze zorgvuldig vervangen met een door hun zelf geproduceerde facsimile -een term afkomstig van het Latijnse fac simile, wat letterlijk ‘maak gelijkend’ betekent- die plaats vindt in de omgeving van Beetsterzwaag. Als in een tableau vivant komen de beelden opnieuw tot leven met behulp van de inwoners uit de nabije omgeving die zich voor een dagje verplaatsten in de geest van een extravagante amazone-indiaan. De kunstenaars hebben er zo dus voor gekozen de omgeving te leren kennen aan de hand van nieuwe, door hun opgestelde spelregels.

Zoals bij de meeste ‘re-enactments’ is ook hier het eindresultaat vrij gedetailleerd. De compositie, lichaamshouding en gezichtsexpressie op de oorspronkelijke foto’s vormen een zeer strikte leidraad. Uiteindelijk waren de specifieke gezichtsuitdrukking en de handelingen immers cruciaal bij Lévi-Strauss’ antropologische ontdekkingsreis. Ook wat betreft locatie is er gestreefd naar een zekere picturale overeenkomst. Wat uiteindelijk leidt tot een zo precies mogelijke reconstructie van het origineel. De nieuwe foto’s houden zelfs hun oorspronkelijke Franstalige onderschriften in de nieuwe publicatie.

In Kunsthuis SYB wordt een presentatie getoond van alle bladzijden en 63 afbeeldingen, met oorspronkelijke teksten. Deze digitale presentatie kan worden gezien als een voorproefje op de publicatie. Het is natuurlijk niet de eerste keer dat kunstenaars zich op deze manier verhouden tot reeds bestaande beelden, en waarschijnlijk ook niet de laatste. Zo zorgde de Canadese fotograaf Jeff Wall al jaren geleden voor behoorlijk wat opschudding toen hij zijn acteurs Manet’s ‘Dejeuner sur l’ herbe’ liet naspelen. Ook Bill Viola baseerde zijn wereldberoemde video- werk ‘The Greeting’ op een zestiende -eeuws schilderij van Jacopo da Pontormo, waarop de visitatie -het moment dat Maria aan Elizabeth vertelt dat ze in verwachting is- in beeld is gebracht.

Hoewel de vorm op zich dus niet als zodanig indruk maakt, doet het eindresultaat dat des te meer. Uit de beelden spreekt vooral pure rust en gemak. Een staat van zijn die zelfs invloed lijkt te hebben op de gemoedstoestand van de toeschouwer. Je raakt bijna jaloers op de personages die geen enkele vorm van stress lijken te ervaren en zich geheel hebben neergelegd bij hun situatie. De personen lijken zich allerminst ongemakkelijk te voelen, ondanks het feit dat ze naakt zijn. Iets wat in onze westerse samenleving toch niet zo heel vaak meer als ‘normaal’ wordt ervaren. Mooi is vooral de foto waarop het instinctieve groepsgebeuren en gevoel van saamhorigheid naar voren komt. Mensen voelen zich veiliger in elkaars bijzijn. Een oerinstinct waaraan we tegenwoordig in ons dagelijks leven nogal eens voorbij lijken te gaan.

Aëgerter en Van Tienhoven delen een interesse in de betekenis van fotografie in een historische en documentaire context. De twee streven ernaar ‘een driehoek te vormen van drie reflecties: die van een kunsthistorica met fotografie als specialisatie, een antropoloog/etnograaf gespecialiseerd in visuele antropologie, en een fotograaf die ervaring heeft met documentaire fotografie in een etnografische context.’ Het blijkt een interessante samenkomst: het resultaat is immers noch documentaire- fotografie, noch werkelijk gebaseerd op historische gebeurtenissen. Er is zowaar een combinatie ontstaan die een nieuwe esthetiek mogelijk maakt.